Slotwoord

Donderdag 7 december 2017

Het moest me even van het hart. Met lichte verbazing zie ik een verschuiving van enigszins onpersoonlijke uitvaartplechtigheid naar een afscheidsviering met een overwegend feestelijk karakter. Met afscheid vieren is niets mis. Vieren betekent hier op de eerste plaats voor enige tijd de teugels van het leven uit handen moeten geven, erkennen dat de controle over ons bestaan slechts beperkt is. Geen eenvoudige opgave in een tijd van ‘dat maak ik zelf wel uit’.

Een tweede betekenis van vieren heeft te maken met feesten, met vrolijkheid en vreugde. Beide betekenissen komen volgens mij bij een goede afscheidsviering aan bod. Met ruimte en aandacht voor een lach én een traan. Het kan echter zomaar gebeuren dat de lach de hardheid van de dood probeert te overstemmen, dat de kleurige ballonnen het grijze en het koude van de dood probeert te verdringen, dat die ene carnavalskraker in het crematorium de zorgen probeert uit te wissen. En de koffie, het spreekwoordelijke bakje troost, wordt vervangen door een feestelijker drankje. De verschuiving is ook goed waar te nemen in de verscheidenheid aan locaties waar afscheidsvieringen plaatsvinden. De tijd dat een kerkgebouw als vanzelfsprekend de plaats is waar afscheid wordt genomen, lijkt (jammergenoeg ) achter ons te liggen.

Het resterende deel van deze column wil ik gebruiken om afscheid te nemen van de lezers. Mijn dank gaat uit naar die mensen die zich de moeite getroost hebben om mijn gedachtenspinsels te volgen. En mij daar zo nu en dan ook mondeling of schriftelijk op aangesproken hebben. Ook dank aan de redactie van dit weekblad die mij de ruimte heeft gegeven voor deze overdenkingen. Moge het U allen goed gaan.

Ton Hopman